Arjan Verschuur
Arjan Verschuur (1969) studeerde in 1995 cum laude af aan de Landbouwuniversiteit Wageningen met als specialisaties arbeidssociologie en sociale filosofie.
Vanaf begin 1996 tot eind 2001 werkte hij bij een opleidingsinstituut als trainer/adviseur voor ondernemingsraden bij de overheid en met managers, medewerkers, vrijwilligers en cliënten in de sector zorg en welzijn.
Begin 2002 begon Arjan voor zichzelf. Als zelfstandig professional werkte hij tot medio 2016 in de rol van procesbegeleider en projectmanager voornamelijk voor landelijk werkende patiënten-, gehandicapten- en cliëntenorganisaties. Daarnaast stond hij vanaf begin 2002 tot medio 2008 als leadzanger en gitarist op het podium met muziektheatergroep Van Lotje.
Eind 2007 overleed zijn eerste vrouw. Hierdoor kwam zijn persoonlijke ontwikkeling noodgedwongen in een stroomversnelling en werd zijn passie en talent voor het begeleiden van diepgaande transformatieprocessen gewekt.
Vanaf begin 2014 is Arjan voornamelijk werkzaam als begeleider van familieopstellingen, lichaamsgericht therapeut en systemisch coach. In 2015 initieerde hij het Wildeman Festival, van waaruit de Mannenhart Community is ontstaan, en vanaf medio 2016 gebruikt hij zijn kennis en ervaring als procesbegeleider en projectmanager voornamelijk voor de ontwikkeling van woon-werkgemeenschap Hof van Moeder Aarde.
In de loop van de tijd heeft Arjan zich ontwikkeld tot een expert op het gebied van het begeleiden van diepgaande transformatieprocessen die innerlijk en/of in de buitenwereld plaats kunnen vinden. Hij verzorgt een ambachtelijke opleiding in het begeleiden van familieopstellingen en systemisch werk, geeft meerdere trainingen die specifiek gericht zijn op de bewustzijnsontwikkeling van mannen en vanwege zijn praktische ervaring met de ontwikkeling van woon- en werkgemeenschappen wordt hij de laatste jaren ook weer regelmatig als procesbegeleider gevraagd.
In juni 2025 debuteerde Arjan als schrijver met het boek Creëren van binnenuit, het tweede deel van de serie De Roep van de Wildeman.